Juridische informatie binnen het geselecteerde onderwerp
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft op 12 februari 2013 in kort geding beslist dat veertien advocaten uit Haarlem en omgeving niet verplicht zijn om dossiers in zaken van psychiatrische patiënten door de Raad voor Rechtsbijstand te laten inzien.
De Raad voor Rechtsbijstand zorgt ervoor dat psychiatrische patiënten, die gedwongen worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische inrichting, “gratis” een advocaat krijgen die die patiënten bijstaat in de rechtszaak, waarin beslist wordt over hun gedwongen opname. Die toegevoegde advocaat ontvangt daarvoor van de Raad voor Rechtsbijstand een vergoeding, die wordt opgebracht door de staat.
De toegevoegde advocaten hebben zich voor het “psychiatrisch piket” aangemeld bij de Raad voor Rechtsbijstand en zijn door de Raad op een piketrooster gezet, zodat zij bij toerbeurt aan de patiënten worden toegevoegd. Volgens de Wet op de rechtsbijstand mag de Raad voor Rechtsbijstand eisen stellen aan de kwaliteit van de aan die patiënten geleverde rechtsbijstand. Als de vereiste kwaliteit niet wordt gehaald, mag de Raad beslissen om de desbetreffende advocaat niet langer aan patiënten toe te voegen.
Met het oog op de kwaliteitscontrole heeft de Raad voor Rechtsbijstand aangekondigd dat hij voortaan eenmaal per twee jaren van iedere advocaat kopieën wil ontvangen van vijf dossiers uit het psychiatrisch piket. Naar aanleiding van deze aankondiging hebben de veertien advocaten zich daartegen verzet door een kort geding aan te spannen.
Volgens de advocaten mag de Raad geen dossiers opvragen omdat zij, zoals iedere advocaat, verplicht zijn om de inhoud van de dossiers geheim te houden en vallen de dossiers van psychiatrische patiënten ook onder het medische beroepsgeheim. De Raad mag zich ook niet bemoeien met de manier waarop de advocaten hun werk doen, aldus de advocaten.
Het gerechtshof heeft de veertien advocaten op het laatste punt geen gelijk gegeven en vindt dat de Raad voor Rechtsbijstand eisen mag stellen aan de kwaliteit van het werk dat de advocaten leveren. Maar volgens het hof mag de Raad daarbij niet van de advocaten eisen dat zij hun beroepsgeheim en het medisch geheim schenden. De Nederlandse privacywetgeving kent namelijk verschillende bepalingen waaruit blijkt dat de advocaten zich aan die geheimhoudingsplichten moeten houden, ook indien de dossiers geanonimiseerd worden.
In de wetgeving (van de Staten-Generaal en de regering) is geen specifieke wettelijke verplichting opgenomen, op grond waarvan de advocaten in het kader van de kwaliteits¬controle inzage moeten geven in de dossiergegevens. Dit betekent dat de Raad volgens het hof bij het controleren van de kwaliteit van de rechtsbijstand in psychiatrische piketzaken niet de dossiers van de psychiatrische patiënten mag opeisen.
Bekijk het document.
Geplaatst op 18-02-2013, door mr. J.J. van 't Hoff, VTH Advocatuur
Verplicht melden BOPZ
Bekijk het document.
Geplaatst op 24-11-2015, door mr. J.J. van 't Hoff, VTH Advocatuur