Juridische informatie binnen het geselecteerde onderwerp
De volgende drie vormen van witwassen zijn sinds 6 december 2001 opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (‘WvSr’):
—Artikel 420bis WvSr stelt de opzettelijke vorm van witwassen strafbaar.
De verdachte dient ten tijde van de gedraging te weten dat het voorwerp dat hij verbergt of verhult uit misdrijf afkomstig is. Ten aanzien van deze wetenschap is voorwaardelijke opzet voldoende.
De in de delictsomschrijving gebruikte termen ‘verbergen’ of ‘verhullen’ impliceren eveneens opzet. Ook hierbij is voorwaardelijk opzetvoorwaardelijke opzet voldoende (Kamerstukken II 2000/01, 27 159, nr. 5, p. 11)
—Het zogenoemde opzet-witwassen is de generalis van de specialis gewoonte-witwassen dat strafbaar gesteld is in artikel 420ter WvSr. Iemand maakt zich schuldig aan gewoonte-witwassen wanneer hij zich herhaaldelijk schuldig maakt aan opzet-witwassen.
—Tot slot bestaat er nog de schuldvariant van witwassen, opgenomen in artikel 420quater WvSr. In dit laatste geval dient bewezen te worden dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het voorwerp van misdrijf afkomstig was. Ten aanzien van de handelingen die de verdachte verricht ten behoeve van het witwassen dient overigens wel de opzet bewezen te worden. Voorwaardelijke opzet is daarbij voldoende; het zich willens en wetens blootstellen aan de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans dat men door zijn handelen iets verbergt, verhult enzovoort.
Bekijk het document.
© Copyright Juridisch Kennisportaal 2009 - 2010.
Alle rechten voorbehouden.
Juridisch Kennisportaal besteedt de grootst mogelijke zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens op deze website. Onjuistheden en onvolledigheden kunnen echter voorkomen. Juridisch Kennisportaal is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van onjuistheden of onvolledigheden in de aangeboden informatie.
Lees verder