Op grond van De Regeling van de minister van Veiligheid en Justitie, d.d. 8 mei 2012, nr. 227774,
houdende bepalingen inzake de taakopdracht van het Nederlands Forensisch Instituut
(Regeling taken NFI) mag het Nederlands Forensisch Instituut
voortaan ook producten en diensten direct leveren aan de advocatuur.
Hiermee krijgen advocaten dezelfde onderzoeksmogelijkheden als de officier van
Justitie.
Dit volgt uit de volgende bepalingen van de regeling:
1. Met het oog op de waarheidsvinding in strafzaken heeft het NFI de volgende kerntaken:
a. het verrichten van onafhankelijk forensisch zaakonderzoek op overwegend technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk gebied en het ter zake daarvan uitbrengen van verslag;
b. het ontwikkelen en implementeren van nieuwe onderzoeksmethoden en technieken ter bevordering van kennis op het gebied van forensisch onderzoek;
c. het zijn van (inter)nationaal kennis- en expertisecentrum op het gebied van het forensisch onderzoek.
2. Het NFI kan ook producten of diensten leveren indien sprake is van:
a. een activiteit die in het verlengde ligt van de kerntaken, bedoeld in het eerste lid, en een onlosmakelijke samenhang heeft met de waarheidsvinding in strafzaken;
(..)
2. Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, kan het
NFI producten of diensten leveren aan (..)
de advocatuur,
(..)
1. De minister van Veiligheid en Justitie draagt er zorg voor dat het NFI over middelen beschikt ten behoeve van de uitvoering van de kerntaken, bedoeld in artikel 1, eerste lid. Hiertoe worden tussen het NFI en de in artikel 2, eerste lid, genoemde afnemers afspraken gemaakt over de te leveren producten en diensten en de afrekening daarvan.
2. Voor de levering van producten of diensten die buiten de afspraken, bedoeld in het eerste lid, vallen kan het NFI kosten in rekening brengen volgens een door de minister van Veiligheid en Justitie vastgesteld prijsbeleid.
3. Voor de levering van producten of diensten, bedoeld in artikel 1, tweede lid, brengt het NFI de hiermee samenhangen kosten in rekening bij de afnemers, bedoeld in artikel 2, tweede tot en met vierde lid, volgens een door de minister van Veiligheid en Justitie vastgesteld prijsbeleid.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zie ook:
Geplaatst op 31-05-2012, door mr. J.J. van 't Hoff, VTH Advocatuur